Tegenwoordig wordt veel vlees, door de grote vraag ernaar, in massaproductie geproduceerd. Hierbij worden bij hele grote bedrijven ontzettend veel dieren in een ruimte gestopt, aan de lopende band gefokt en vervolgens in grote getallen naar de slacht gebracht. Dit wordt de bio-industrie genoemd. Deze manier van vleesproductie heeft een nadelig effect op de kwaliteit van vlees en dat is erg jammer.

 

Geen bio-industrie voor De Marktslager
De Marktslager koopt geen vlees van de bio-industrie. Het vlees van De Marktslager komt bij boerderijen vandaan, zoals wij die hier in Groningen gewend zijn. Grote kuddes koeien, met genoeg ruimte (zowel binnen als buiten), met een boer die zich met hart en ziel inzet voor zijn dieren. De echte bio-industrie is gelukkig ook niet veel te vinden in Groningen en omstreken. Maar hoe komt het dat bij de bio-industrie de vleeskwaliteit achteruit gaat? Dit is met één woord te beschrijven: dierenwelzijn.

Dierenwelzijn
Dieren hebben vrijwel dezelfde behoeften als mensen: voedsel, water, dak boven het hoofd, sociale contacten, ruimte, omgeving en een beetje liefde. Wanneer een dier op één van deze vlakken tekort wordt gedaan, krijgt het niet wat het nodig heeft en dat heeft invloed op het hele lichaam, dus ook op het vlees. In de bio-industrie zijn voedsel, water en een dak boven het hoofd niet perse het grootste probleem. Het dier krijgt wel minder persoonlijke aandacht, waardoor het wellicht in voedsel en water iets tekort kan komen. Sociale contacten zijn er genoeg, maar doordat de dieren te dicht op elkaar staan, kunnen er onderling wel problemen voor komen. Zeker bij varkens.

Staartbijten
Varkens willen nog wel eens aan elkaars staarten gaan knagen. Dit staartbijten doet zich voor als er iets mis is met het welzijn van de varkens en kan vervelend aflopen voor sommige individuen. Daarnaast lopen de dieren veel blauwe plekken op, door de te kleine ruimte waarin ze met velen zitten. Dit gebeurt ook tijdens het transport. Deze blauwe plekken zorgen voor littekenweefsel (zeker vlak voor de slacht) en het weefsel kan dan niet op tijd herstellen, zodat het vlees onverkoopbaar wordt en verloren gaat. Maar er is een nog veel groter probleem binnen de bio-industrie tijdens het verblijf in de stal en bij het transport van de dieren; stress.

Stress
Stress zorgt voor verhoging van de hartslag en lichaamstemperatuur en een verhoogde afgifte van corticosteroïden. Corticosteroïden zijn stresshormonen; deze hebben mensen ook. Op langere termijn hebben ze voor mensen slechte effecten op de hersenen en ook op de spieren. Dus wanneer je een hoop stress hebt is het zaak om snel weer te ontspannen. Corticosteroïden zijn bijvoorbeeld de enige steroïdhormonen die een sporter absoluut niet moet gebruiken, gezien deze op termijn spierweefsel afbreken. Deze stresshormonen in vlees zullen niet perse schadelijk zijn voor mensen, maar zullen de vleeskwaliteit dus wel beïnvloeden.

Slechte kwaliteit en smaak
Stresshormonen maken ook extra glucose vrij voor extra energie, gezien stresshormonen eigenlijk zijn bedoeld om uit gevaarlijke situaties te ontsnappen. Deze glucose wordt omgezet naar melkzuur, dat de pH (zuurtegraad) van het bloed verlaagt. Wanneer het dier vlak voor de slacht veel stress ondervindt, wordt er vlak voor de slacht dus veel glucose omgezet naar melkzuur. Hierdoor ontstaat zgn. PSE-vlees (Pale, Soft and Exudative). PSE-vlees is dus bleek en zacht en kenmerkt zich door vochtverlies. Wanneer er een tijdje voor de slacht veel glucose naar melkzuur wordt omgezet en vervolgens wordt afgebroken, dan ontstaat er DFD-vlees (Dark, Firm and Dry). Dit vlees is donker, taai en droog. DFD-vlees ontstaat wanneer het dier bijvoorbeeld nog voor transport veel stress heeft gehad. Beide vleessoorten zijn van slechte kwaliteit en smaken aanzienlijk minder dan gezond vlees.

Samengevat is dierenwelzijn dus echt heel erg belangrijk voor de vleeskwaliteit en niet iets wat weggelachen moet worden. Dieren zijn zeker in staat om bepaalde emoties te ervaren, met stress tot gevolg. Neem dus geen genoegen met vlees uit de bio-industrie, alleen vanwege een goedkopere prijs, wetende dat het vlees van mindere kwaliteit is door slechte leefomstandigheden van het dier. Kortom; weet wat je eet!

Soraya Smit is student Biomedische Wetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daarnaast is zij directe familie van de eigenaren van De Marktslager. Vanuit haar nieuwsgierigheid naar alles wat met voeding te maken heeft en de inhoudelijke toetsing vanuit haar studie, onderzoekt zij elke maand een ‘vleesgerelateerd’ thema. Ze beschrijft haar bevindingen en ervaringen in een blog die maandelijks gepubliceerd wordt op de website van De Marktslager.